14 jul 2010

Australië (Mackay).



















De volgende ochtend staat om 8.00 uur de quarantaine officer op de steiger en daarna komen de customs aan boord. Tot onze verrassing komen Cathelijne. Victor en Thomas zich ook al melden maar mogen nog niet aan boord. Gelukkig gaat alles vrij snel en kunnen we ze op de wal gaan halen. Groot feest natuurlijk om ze weer aan boord te hebben, met z'n allen varen we naar de box die we toegewezen gekregen hebben. Zaterdag wandelen we nog wat bij de haven en zondag maken we een tocht mee met hun camper. Zien we gelijk wat van het binnenland en ook zien we de eerste kangoeroes. 's Middags zetten ze ons weer af op de haven en zij trekken nog een week verder naar Cairns, waar wij naartoe zullen varen om ze weer een week aan boord te hebben. Hans begint gelijk de dynamo te vervangen, die het onderweg begeven heeft. Het lukt grotendeels en alleen de bedrading levert nog problemen op, zodat we toch maandag hulp nodig hebben van een specialist. De dynamo werkt en omdat we wel tijd verloren hebben en de volgende stop echt met daglicht willen bereiken besluiten de volgende ochtend vroeg weg te gaan. Als we dinsdag vroeg weg willen varen blijkt er geen enkele beweging in de boot te komen als we de motor in zijn voor- of achteruit zetten. We maken de lijnen weer vast en gaan binnen kijken wat er aan de hand is. Al snel zien we dat de motor de schroefas niet in beweging zet. Dat is echt foute boel. We halen er een expert bij en die kan zo met de hand de schroefas uit de motor schuiven.

Hier worden we wel even stil van en begrijpen dat dit ingrijpend is. De schroefas is geheel los gekomen uit de aqua drive, die vervangen moet worden. In Australië niet te krijgen, dus moet er weer een beroep op Nederland gedaan worden. Conyplex belooft alles snel op te sturen en we besluiten dan hier op de kant te gaan i.p.v. in Cairns. Een andere keus hebben we natuurlijk niet want zo kunnen we niet varen. Dat we de boot niet meer op tijd in Cairns krijgen om Victor, Cathelijne en Thomas aan boord te hebben is wel duidelijk. We huren een appartement en regelen tickets om naar Cairns te vliegen, zodat ik toch op Thomas kan passen als zij een duikcursus volgen. Donderdagochtend kunnen we op de kant en zullen gesleept moeten worden naar de portaalkraan. We zien er wel tegenop en slapen er niet echt goed van. 's Morgens staan er vier mensen op de steiger om ons te helpen en er zijn twee sleepboten. Al snel zien we dat dit echt vakmensen zijn en hoeven alleen iets met de boegschroef bij te sturen. Ze varen ons keurig achteruit in de portaalkraan, die negen meter boven ons is. Ze maken alles in orde om te hijsen en wij moeten van boord af. De boot wordt afgespoten en op zijn plaats gezet. Als we dit alles zo zien zijn we blij dat we hier deze pech hebben, want we worden met alles heel professioneel geholpen.

We spreken af dat er nieuwe anti-fouling onder komt en iedereen maakt tijd voor ons. We hebben elektriciteit en water en besluiten aan boord te slapen tot zaterdag, zodat we lang door kunnen gaan met klussen. Hans repareert met behulp van Mackay Marine services de roerkoning en is daar een hele dag mee bezig, maar uiteindelijk lukt het wel en kan hij de stuurinrichting weer aansluiten, die ook losgemaakt moest worden. Om zeven uur 's avonds werkt alles weer. Dat is de eerste klus. We willen graag een tent aan de sprayhood omdat we veel regen en wind van achteren hebben. De zeilmaker heeft geen tijd, maar biedt wel aan dat ik zijn machine mag gebruiken. De hele vrijdagmorgen ben ik er mee bezig en het is best zwaar werk achter zo'n professionele machine. Als hij af is en de tent past, is het wel precies wat we bedoelen en vooral Hans is er erg blij mee.

's Middags repareer ik nog het leer op de grepen bij de sprayhood en dan stoppen we met klussen. Zaterdagochtend om vijf uur loopt de wekker af en vliegen we naar Cairns, waar we Cathelijne, Victor en Thomas weer zien in het ressort waar we een appartement gehuurd hebben.

4 jul 2010

Nieuw Caledonië





Dinsdag 8 juni 2010 vertrekken we uit Suva naar Nieuw Caledonië, richting Havanna Pass, een tocht van een kleine week varen. De eerste dag hebben we helemaal geen wind en de oceaan is spiegelglad. Woensdag kunnen we eindelijk zeilen en kan de motor uit tot donderdagavond, daarna is het weer veel motoren. Hans vangt een heel mooi tonijntje, maar slaagt er weer niet in om de vis aan boord te krijgen. Jammer want dit was echt een heel mooie maat voor ons. Zaterdagmorgen om 7.30 hoort Hans een walvis meerdere keren blazen en ziet hem twee maal bovenkomen, hij zwemt een tijd met ons mee. Zondagmorgen houden we vaart in om niet met donker bij de pas te komen en bij het eerste licht varen we naar binnen. Zondag om 14.00 uur meren we af in de haven van Noumea, aan de bezoekerssteiger in Port Moselle. Heerlijk sinds weken weer in een haven met water en elektriciteit. Via het havenkantoor kunnen we inklaren en de quarantaine officer komt dezelfde middag aan boord om het verse eten in te nemen. Maandag blijkt dat het pakje uit Nederland met de onderdelen voor de roerkoning pas donderdag aan zal komen, Hans vertrekt vrijdag naar Nederland dus dat halen we niet. Wel kunnen we tot onze verbazing het reddingsvlot hier laten keuren. We hebben een vlot in een valies en dat kan niet overal weer goed vacuüm getrokken worden. We hebben er al veel tijd in gestoken om het voor elkaar te krijgen en dachten er aan om een nieuw vlot aan te schaffen. Nu is alles hier gekeurd en weer keurig verpakt. We gaan kijken als het vlot opgeblazen bij het bedrijf ligt en zien zelf dat het er nog heel goed uitziet. Er komt een monteur aan boord om de generator te repareren en een ander om de ijskast te maken. Vrijdag 18 juni vertrekt Hans voor een week naar Nederland en ik benut de tijd om de boot schoon te maken, al het chroom te poetsen en de bovenkant van het polyester weer in de was te zetten. Dinsdag heb ik nog een duiker geregeld om nieuwe anoden onder de boot te laten zetten. Verder ga ik in die week nog het eiland bekijken, musea en een cultureel centrum bezoeken. Ben onder de indruk van de wijze, waarop de Kanaken (oorspronkelijke bewoners) hun huizen bouwden. Heel hoge huizen met in het midden een met houtsnijwerk bewerkte hoge paal van wel 5 of 6 meter. Om die paal trokken ze hun huizen op met vlechtwerk van takken, op de vloeren lagen gevlochten matten. De Kanaken leefden heel erg verweven met de natuur, veel mythen hebben betrekking op de stand van maan en sterren.Leuk om je erin te verdiepen en je krijgt veel respect voor de mensen. Ik heb die week gezelligheid van een ander Nederlands echtpaar, Mieke en Rob van de Stamper uit Colijnsplaat. Altijd weer fijn om een aanspreekpunt te hebben als je alleen bent. Vrijdagavond laat komt Hans weer aan boord en we besluiten om de volgende dag al uit te varen richting Australië. De voorspelling is goed en er ligt een groot hoge druk gebied bij Australië waar we van willen profiteren. De gribfiles geven de eerste vijf dagen goed weer aan. Zaterdagmiddag tanken we brandstof en water en vertrekken voor de oversteek van ruim 1000 mijl naar Mackay. Om half zes passeren we de pas de Dumbea en zijn net voor donker buiten. We hebben volle maan en kunnen het eerste stuk heerlijk zeilen, daarna moeten we veel motoren omdat we weinig wind hebben. We hebben mailcontact met Cathelijne en Victor die met een camper rondtrekken langs de kust van Queensland. Ze denken zaterdag in Mackay te zijn en wij doen ons uiterste best dat te halen. Donderdagmorgen hebben we een grote groep dolfijnen bij de boot en we genieten er weer volop van. Om 15.30 zijn we zuid van Homart Patch, beginpunt van het Great Barrier Reef in de Entrance van Capricorn Channel. Hier een hoog springende dolfijn naast de boot en even ben ik bang dat hij op het dek zal landen zo dichtbij. Na ruim 10.000 mijl op de Pacific te hebben gevaren met veel deining is het achter het rif met een bakstag wind van 4 tot 5 Bft heerlijk zeilen. Vrijdag krijgen we nog een walvis naast de boot. We mailen naar customs en marina dat we 's nachts om 3 uur denken aan te komen. We hebben de kaart goed bestudeerd en durven de ruime haven wel 's nachts aan te lopen. We passeren drie enorme ankergebieden met opgelegde schepen en lopen om 2.30 uur de haven binnen, meren af op de plek die we toegewezen hebben gekregen en gaan snel nog een paar uur slapen.