Vrijdag 5 april komen we weer aan boord in St. Maarten. De Drammer ligt er goed bij, al is een lijn niet goed terug gezet, zodat we een kleine beschadiging aan de boeg hebben. De zaterdag en zondag gebruiken we om alle spullen weer aan dek te monteren, de generator en de motor na te kijken en van nieuwe filters te voorzien. De koelkast werkt niet en er moet nieuw gas bij gevuld worden, voor $650 en een half uur werk wordt dat probleem opgelost. 's Middags bellen we naar het bedrijf waar ze de mastinspectie zouden uitvoeren, waren ons vergeten, maar beloven gelijk te komen. De mastinspectie wordt grondig uitgevoerd, en ze vinden twee strengen die los gekomen zijn uit de huls en gebroken.
We laten aan beide zijden van de mast de diagonale stagen vervangen en wachten het rapport af. We moeten zeggen dat dit wel de grondigste inspectie is, die we tot nu toe gehad hebben FKG heeft goed werk verricht. Er komen nog een paar kleine dingen aan het licht en we gaan nadenken over onze verdere plannen. Het plan was, dat we half juni naar de Azoren zouden varen en dan verder terug naar Europa, waar we de boot nog een jaar achter wilden laten. Vooral dat laatste en de gegevens dat de watertemperatuur 2 graden hoger is dan normaal, waardoor het hurricane seizoen eerder kan beginnen dan juli, in de Virgin rekenen ze al met 1 juni als datum voor het hurricane seizoen doet ons besluiten contact op te nemen met Sevenstar om de Drammer naar Southampton over te laten varen. We willen beiden dat de mast er bij Contest Yachts in Medemblik af gehaald wordt en van nieuwe stagen en manchetten wordt voorzien. Het is even een omslag om zo terug te gaan, maar het is wel het veiligste en veiligheid hebben we steeds heel hoog in ons vaandel gehad deze reis. Bij de Sevenstar blijkt nog plaats te zijn en zelfs in de week dat we nog aan boord zijn. We hakken de knoop door en reserveren voor de terugtocht met de Sampogracht, we krijgen later bericht dat we 30 april om 13.00 uur aan de beurt zijn om aan boord gehesen te worden in St. Thomas op de US Virgin.
We hebben onszelf nog een paar weken Virgin Islands beloofd en woensdag 10 april gaan we door de brug bij St. Maarten naar buiten om over te steken. Het verblijf in St. Maarten was uitzonderlijk kostbaar, voor alles wordt geld en veel geld gevraagd het is een groot verschil met vijf jaar geleden.
We zeilen 15 uur lang ruime wind, met wel een rare zee de golven lopen niet met de windrichting mee en dat maakt dat de Drammer nogal wat rare bewegingen maakt. Bovendien is de eerste nacht altijd wennen en inslingeren, pas aan het eind en tussen de eilanden van de British Virgin komt er weer wat rust in de boot en hoewel het behoorlijk waait varen we relaxed door naar Sopers Hole, waar we een mooring oppikken. Heerlijk om hier weer terug te zijn, we hebben er erg goede herinneringen aan en de plek blijkt nog even mooi met vriendelijke mensen en een goede supermarkt. Bovendien hebben we internet nodig om ESTA's te regelen voor ons bezoek aan de US Virgin. Deze moet je aanvragen, voordat je naar de US Virgin gaat met de ferry om je visum te halen. De eerste dag dat we dat willen doen blijkt wel de aanvraag van Hans ingewilligd te zijn, maar niet die van mij. Gelukkig controleren ze alles al bij de ferry, zodat je niet voor niets gaat. Weer terug aan boord blijkt de generator olie te lekken. Het is een leuke klus voor Hans en hij is enige uren bezig om het weer in orde te krijgen. Maar ook dat lukt weer en de volgende klus kondigt zich dezelfde avond aan. De vuilwatertank blijkt verstopt te zijn, er moeten weer leidingen leeg geklopt worden van Calcium, dat zich daar vormt bij watertemperatuur van om en nabij de dertig graden in combinatie met urine. Een bekende maar vervelende klus. Ik gebruik de dag om nieuwe caulk op het teak op de spiegel aan te brengen. Het oude hadden we verwijderd omdat het los begon te raken en op te lossen. Een hele klus, maar we hebben het nu zo vaak gezien, dat we denken het zelf net zo goed te kunnen. Als je maar veel tijd neemt lukt het allemaal ook en er zit nu weer goede caulk tussen het teak en alles is weer goed beschermd. We zijn al oude bekenden van de World ARC tegengekomen, nl Tzigany met John en Jenny en de laatste dag komen we ook nog de Regenero tegen, waar we in Greneda goed contact mee hadden leuk om bij te kletsen met elkaar. Zaterdag kunnen we met de ferry naar St. John op de US Virgin om ons visum op te halen, omdat mijn aanvraag ook ingewilligd is. We gaan langs de customs en halen zonder verdere problemen ons visum op. We verkennen de stad Cruz Bay en bezoeken het visitor centre van het National Park wat een heel goede indruk geeft van de geschiedenis van het eiland. We gaan met de ferry weer terug naar de Drammer in Sopers Hole.
De zondag gebruiken we nog om te klussen en maandag varen we langs Jost van Dijke naar Trellis Bay, waar we overvallen worden door de drukte en met moeite een mooring kunnen vinden. Er liggen nu meer dan honderd moorings en die zijn bijna allemaal bezet, dus de ruimte om te manoeuvreren is heel beperkt, jammer maar we hebben wel 's avonds een heel lekker diner op het kleine eilandje daar en we genieten ervan.
De volgende dag vertrekken we 's morgens vroeg naar Virgin Gorda, waar we een mooring oppikken en genieten van de vrijheid en het mooie water met de zeer verzorgde walaccommodatie. We blijven twee nachten liggen en vertrekken dan naar Nanny Cay om even in de haven te liggen, water te tanken en boodschappen te doen. Bovendien genieten we van het zoetwater zwembad dat ze daar hebben. Daarna nog een nacht in Sopers Hole en de volgende dag naar de US Virgin. We pikken een mooring op in Caneel Bay en Hans gaat met de dinghy naar de douane op de kaart van Imray staat dat we een persoon aan boord moesten laten, maar dat blijkt achterhaald, want ook ik moet me melden en mijn vingerafdrukken afgeven. Dus een tweede tocht in onze kleine dinghy, waarin we vooral op de terugweg behoorlijk nat worden. Maar we genieten van de baai en liggen er heel mooi, we snorkelen en wandelen over heel mooi verzorgde trails. We blijven drie nachten en doen het geld voor de mooring in de honesty box op een vlot. Prima systeem en er wordt veel gebruik van gemaakt.
Na drie nachten vinden we het wel genoeg en willen naar de zuidkust van het eiland, maar als we de hoek omkomen merken we gelijk al dat dat geen goed idee is. We draaien om en keren terug naar de noord kant en komen terecht in Maho Bay, waar het nog mooier is en we wandelen en snorkelen daar ook alle dagen. We hebben veel schildpadden, pelikanen en bridle terns om de boot die heel mooie shows geven met soms wel honderd vogels tegelijk. Indrukwekkend en je blijft ernaar kijken. ook zien we tijdens het snorkelen een heel mooie spotted stingray met een heel lange staart en veel zeesterren.
Vrijdagmorgen krijgen we het bericht dat we 30 april geladen zullen worden. We willen nog een paar dagen in de haven liggen om alles in orde te maken en de terugvlucht te verzetten. We varen op de motor omdat er bijna geen wind is naar St. Thomas, met weemoed nemen we afscheid van St. John wat een prachtig natuureiland is en zo ook redelijk gehouden wordt.
Op St. Thomas bij de stad Charlotte Amalie pikken we een boei op bij Grande Marina, maar als we goed om ons heen kijken worden we daar niet vrolijk van. Veel boten, die de overkant maar net gehaald hadden, vaak zonder mast en met sporen van de rotsen op de romp, waar lokale mensen op zijn gaan wonen. Vlak daarnaast de meest dure jachthaven die je je maar kunt bedenken. We maken los en gaan door een ondiepe geul naar de volgende jachthaven de Crown Bay Marina, waar we een plaats krijgen. Hier of aan een mooring wachten we om geladen te worden op de Sevenstar.