Zaterdag 9.00 uur: we vliegen van Martinique naar St Lucia. We hebben een taxi besproken om ons snel naar de Boat Yard te brengen, de chauffeur kennen we nog van onze vorige tochten over het eiland. Zijn naam is Patrick, en bij navraag blijken er ineens een heleboel taxichauffeurs zo te heten. Gelukkig kwam die van ons net aanrijden,zodat we snel naar de Drammer kunnen. Om 11.00 uur komen we bij de boot aan die al in de portaalkraan hangt om in het water gelaten te worden. Onze bagage wordt keurig aan boord gebracht en een half uur later, nadat we de financiƫle afwikkeling gedaan hebben liggen we in het water. Vakmensen daar, ze weten echt waar ze mee bezig zijn. Groot probleem blijkt echter een ligplaats te krijgen, ze zijn Rodney Bay Marina aan het restaureren en hoewel we al een maand geleden om een ligplaats gevraagd hadden, blijkt er geen te zijn. Rickey van de boatyard regelt voor ons dat we op een plek aan de andere kant van de steiger kunnen liggen. Hiervoor moeten drie boten van lokale mensen verlegd worden, maar iedereen is erg behulpzaam. De plek is echter niet riant, en we durven de Drammer niet alleen te laten. We zijn bang voor schade als er golven komen. Hans blaast de rubberboot op en gaat naar de marina om te melden dat we er zijn in verband met het maken van de voorstag. Hij meert af en ziet een plek vrijkomen, die hij gelijk aan de havenmeester vraagt. Om 15.00 uur liggen we alsnog in de marina, wat een geluk. Eerst melden we ons bij de douane, om de import van de Drammer in St. Lucia op te heffen. Dit moesten we doen om haar achter te kunnen laten. Zwemmen en eten op de wal, lekker vroeg naar bed.
Zondag eerste paasdag, zijn we eigenlijk een beetje vergeten en hebben geen eitje bij het ontbijt. We gaan met de rubberboor naar de Fulmaris, waar we gezellig koffie drinken en die ons verwennen met heerlijk chocoladegebak. Ik knip nog even de blonde lokken van hun zoontje van twee jaar. Ze hadden nogal wat nare ervaringen gehad met de vorige knipbeurt en waren er dankbaar voor. Terug met de rubberboot naar de haven, want de Fulmaris lag voor anker in de baai. Net als we bij de haveningang komen is de benzine op van de buitenboortmotor. Ik kan nog net de paal van het havenlicht pakken en Hans vult de tank bij. Invaren in de haven van Rodney Bay gaat bij ons niet altijd even makkelijk. We komen weer bij de Drammer en beginnen alle spullen weer op normale plaatsen te leggen, veel lag ergens anders in verband met de oversteek.
Maandag begint vroeg om 8.00 uur staan de eerste mensen op het dek om de Furlex te repareren. Ik zie daar erg tegenop omdat we dan een tijd zonder voorstag zullen zitten. Al na een kwartier is alle ongerustheid weg, deze mensen weten wat ze moeten doen en hoe. Twee vallen worden snoeistrak op de kikkers gezet en ze beginnen bovenin om de stag te demonteren. Na een uur ligt alles op de steiger en kan het vervangen van de onderdelen beginnen. De voorstag zelf is gelukkig niet beschadigd, wel blijkt het een klus van een dag te zijn om alles op de goede plek te krijgen. Dinsdag zetten we weer de genua aan de voorstag en slaan het kotterzeil aan. Langzamerhand wordt de Drammer weer zeilklaar. s'Middags gaan we nog even zwemmen met de rubberboot op het strand waar we ongewild een mooie vertoning geven aan de mensen op het strand omdat de branding toch wat sterker is dan we denken. Alles gaat goed, aankomen en vertrekken van het strand met branding moeten we nog maar eens op een stille plek oefenen. De timing is erg belangrijk evenals de taakverdeling. We komen er nog wel een keer achter. Nu houden we het in ieder geval net droog allemaal. De volgende dag vertrekken we om 10.15 uit Rodney Bay richting Guadeloupe. Na 1 uur worden we verrast door een hele grote groep dolfijnen. De wind is hard en we varen op gereefd voorzeil. De snelheid is regelmatig 8,5 knoop. Hans pakt de stukken tussen de eilanden en ik de stukken achter de eilanden. Prima verdeling vind ik. Achter de eilanden wordt de wind wel minder maar is ook erg wisselvallig door de hoge bergen. Om 24.00 uur zijn we halverwege en om 5.30 's morgens komen we bij de zuidpunt van Guadeloupe aan. We hadden gezien dat daar een haven was. Bij nalezen in een nieuwere gids bleek deze door orkaan Lenny in 1999 echter beschadigd, waardoor er plekken bleken te zijn met minder dan twee meter diepgang. Laat maar, door naar Antigua. Voel me net een Japanner, die overal foto's maakt en langs alle mooie plekken racet. Om 9.00 uur beginnen we aan de oversteek van 40 mijl met een wind van 5 tot 6 Bft. We gaan oost van Montsarrat langs, wat ook aangeraden wordt omdat dat een vulkaaneiland is dat nog erg aktief is. Aan de oostkant wordt aangeraden 4 mijl afstand te houden en aan de westkant 15 mijl in verband met asregens. Veel jachten hebben schade opgelopen aan hun zeilen. Met een gemiddelde van 7,5 knoop komen we bij Antigua aan. We varen voor het eerst tussen koraalriffen door en moeten heel nauwkeurig navigeren. Bij 10 meter diepgang zien we de bodem heel lichtblauw, prachtig om te zien. We moeten er wel even aan wennen. In de haven, Jolly Harbour, worden we keurig opgevangen door de havenmeester, die ons een goede plek aanwijst, en helpt met afmeren. Prachtige haven met zwembad en goede faciliteiten. De zaterdag huren we een auto en rijden over het eiland naar de hoofdstad en de bekende ankerplekken Falmouth en English Harbour. Vooral de laatste haven en baai vind ik prachtig. Minder grote super jachten en minder decadent. Weten dus waar we volgende keer afmeren. Vanmiddag vertrekken we naar St. Maarten om morgenochtend met daglicht aan te komen.
30 mrt 2008
Aankomst St.Lucia.
Geplaatst door Hans en Emmy op 13:34
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten