29 jan 2009

Verblijf Galapagos






































































































































































































































































































































Verblijf Galapagos.


























Om 16.30 komt de navy official aan boord, die gewaarschuwd is door onze agent Bolivar. Victor en Cathelijne gaan alvast de wal op met de watertaxi en lopen gelijk Bolivar tegen het lijf. De volgende dag 15 januari komt hij bij ons aan boord en heeft voor ieder van ons de national park passen bij zich, de Autograph is echter nog niet binnen, die moet uit Quito komen en er zijn altijd dertig dagen voor nodig, dit hadden we wel in kalenderdagen, maar kerst en Nieuwjaar vielen daar ook in en dan wordt er niet gewerkt. Ook gaat hij diesel voor ons regelen, want die kunnen we hier niet zelf bij de pomp halen, de brandstof voor de bevolking is zwaar gesubsidieerd door Ecuador. Mocht iemand ons leveren en een ander geeft dat aan, dan staan daar behoorlijke straffen op. ’s Middags maken we een wandeling naar de centro de interpretacion, waar we een duidelijk inzicht krijgen van de geschiedenis , de geologie en de biologie van het eiland. We lopen door het centrum, dat heel mooi en ruim opgezet is en van goede uitleg voorzien. Tot onze stomme verbazing is er totaal geen personeel aanwezig, alles in goed vertrouwen. Achter het centrum is een heel mooi wandelgebied en we brengen daar de rest van de middag door. Het uitzicht is geweldig en we genieten er erg van. Als we terugkomen verleggen we de Drammer naar een betere plek. 16 Januari maken we een tour over het eiland met een taxi, bezoeken de vulkaan San Joaquin en maken een wandeling om de kraterrand. Daarna gaan we naar het strand, waar we de enigen zijn en heerlijk kunnen zwemmen. ’s Avonds krijgen we bezoek van Hans en Aukje, een jong stel dat in Senegal een paar mooie bomen op de kop getikt hadden en daar een traditioneel Polynesische catamaran van gebouwd hebben. Ze zijn onderweg naar Nieuw Zeeland om het schip daar te verkopen. Van de winst kunnen ze drie jaar leven denken ze. Aukje is een Nederlandse jonge vrouw, die erg om een praatje verlegen zat. Heel leuk om hun verhalen te horen en je staat er versteld van wat sommigen in hun hoofd halen en het ook uitvoeren. Ik heb grote bewondering voor ze. De volgende dag maken we een tour met een snelle motorboot. We gaan helemaal naar het noorden van het eiland, naar Punta Pitt, waar we snorkelen onder zeer ervaren leiding van twee instructeurs. We zien veel, maar moeten het water weer uit omdat het er erg hard stroomt. Op de rotsen zien we de blauw voetige booby, de rood voetige booby en tropic birds. Daarna gaan we snorkelen bij Kicker Rock nadat we spectaculair bij en tussen rotsen doorgevaren zijn. Bij Kicker Rock snorkelen we door een tunnel tussen twee rotsen en als ik er door ben zie ik ineens twee haaien onder me zwemmen. Ik schrik toch wel behoorlijk, nooit gedacht dat ik nog eens ga snorkelen op plekken waar haaien zijn. Het zijn fantastische beesten als je ze onder water ziet zwemmen, heel gestroomlijnd en ze bewegen heel langzaam, eigenlijk een beetje sneeky vind ik. De volgende snorkelplek is bij jonge zeeleeuwen en bij marine iquana’s, dat zijn iquana’s die onder water hun voedsel van de bodem halen in de vorm van zeewier. Ze kunnen dat slechts een half uur doen want ze koelen teveel af in het water. Daarna moeten ze op de rotsen in de zon weer op temperatuur komen. Als we terug komen aan boord komt Bolivar ons de diesel brengen en een stam bananen. De volgende ochtend vertrekken we vroeg naar Santa Cruz, waar we om 14.30 het anker laten zakken. Dit keer moeten we ook een achteranker uitbrengen omdat het druk is met kleine cruise schepen. We worden daarbij geholpen door een watertaxi. We verkennen het stadje Ayora en bezoeken het Darwin Research Centre. Maandag 19 januari bezoeken we met een gids Los Gemelos, kraters die weer ingeklapt zijn. Hans en ik bezoeken de lavatunnels en de landschildpadden. Victor en Cathelijne gaan met de mountainbikes terug, wat naar later bleek niet zo slim is geweest. Al vrij snel is Cathelijne onderuit gegaan met haar fiets op los gravel en moest daarvoor behandeld worden bij een of ander hutje, waar een verpleegster naar toekwam. Aan boord verder behandeld en nog vuil een steentjes eruit gehaald. De volgende dag tour gemaakt naar het eiland Barthelomé. Gesnorkeld met pinguïns, zeeleeuwen en veel vissen, waaronder roggen. Daarna beklimmen we de vulkaan, waar we een spectaculair uitzicht hebben. Eén van de meest gefotografeerde plekjes van de Galapagos. De reis ernaar toe is wel lang, eerst met de bus en daarna nog twee uur met de boot, toch zijn we erg voldaan. De volgende morgen bezoeken Cathelijne en Victor de lavatunnels en de schildpadden en komen we elkaar weer tegen in het internetcafé. Na een lekkere lunch wandelen we naar Tortuga Bay. We zwemmen heerlijk in een baai en zien ontzettend veel iquana’s. ’s Avonds afscheidsdiner in mooi en goed restaurant met uitzicht op de baai waar de Drammer ligt. Donderdag 22 januari gaan Cathelijne en Victor ’s morgens vroeg weer van boord, om terug te reizen naar huis. Altijd weer raar als we weer samen aan boord zijn, meestal vullen we het gemis op met schoonmaken en alles weer op zijn plek te zetten. We kijken terug op een heel gezellige tijd met ze en hebben er van genoten, dat we de kanaalpassage en een stuk Galapagos met ze hebben kunnen delen. Weer acht jerrycans diesel geregeld via onze agent, die het ook weer keurig aan boord komt brengen en niet te beroerd is nog eens acht jerrycans te halen. We ontmoeten hier heelveel aardige en behulpzame mensen. Tijd is niet belangrijk en men is bereid iets voor een ander te doen. Vrijdag 23 januari maken Hans en ik een tour naar het eiland Floreane, onderweg een ongelooflijk mooie dolfijnenshow gehad (grootste en mooiste tot nu toe), grote en kleine dolfijnen sprongen naast elkaar meters de lucht in. Die kunstjes in het dolfinarium doen ze dus in de natuur ook. Met een bus een stuk over het eiland en daarna geklommen naar de grotten waar de Wittmer familie gewoond heeft, de waterbron met opvangplaats voor landschildpadden bezocht, evenals het labyrint van gangen tussen de grotten waar de piraten zich schuil hielden. Gesnorkeld bij Devils Crown, wat een half onder water gelegen krater is, en bij de oostkust. Prachtig snorkelen wel veel stroom, maar we zien weer pinguïns, veel bijzondere vissoorten en weer haaien. Andere mensen vertellen me dat ik bij het zien van de haaien in een reflex mijn benen optrok, ben er kennelijk nog niet helemaal gerust op. Een grote zeeleeuw zwemt recht op me af en duikt dan onder me door om gelijk weer naar boven te komen, ik weet dat Hans net achter me snorkelt en het is geweldig om te zien hoe ze allebei schrikken als die zeeleeuw net voor Hans uit het water komt vlak voor hem. Zaterdag 24 januari klaren we uit bij Santa Cruz om vroeg naar het volgende eiland te varen. We hebben een permit gekregen voor 90 dagen en het bezoeken van drie eilanden, Isabela is het laatste eiland dat we mogen bezoeken. We hebben een heel mooie zeiltocht en ankeren om 16.30 uur voor Puerto Villamil. De ankerplaats is erg onrustig en de Drammer ligt te rollen op de zware deining. Er is geen watertaxi, dus zijn we aangewezen op onze kleine rubberboot. Er staan behoorlijke brekers voor het strand en we kijken eerst hoe anderen varen. Ankeralarm aan en eerst maar proberen te slapen. De volgende ochtend moeten we echt inklaren en ons melden bij de capitanerie. Ik weet dat we niet zo handig zijn met dit soort landingen en verpak de papieren goed in plastic en in de grabbag, die ik om mijn nek hang. Dan proberen maar, we zien de brekers goed en wachten onze kans af om te passeren. De eerste lukt geweldig en slalommen tussen de andere door. Als we denken het gehad te hebben wordt de dingy alsnog door een grote golf opgepakt en staat half onder water, we leren het maar niet om in dit soort gevallen droog aan land te komen. De rubberboot op het droge getrokken boven de hoogwater lijn en ons kletsnat gemeld bij de havenautoriteiten, die wederom zeer behulpzaam zijn. Villamil is de hoofdstad van Isabela, het grootste eiland van de Galapagos, en is tweederde van het oppervlak van Nederland en heeft welgeteld nog geen tweeduizend inwoners. Aan ruimte geen gebrek dus. De wegen zijn zandpaden en onverhard. We maken een heel mooie wandeling langs zoutmeren met flamingo’s en naar een breedingcentre voor schildpadden. De terugtocht willen we nog wel met daglicht maken, gelukkig worden we geholpen door kinderen die aan het zwemmen zijn. De volgende dag met de rubberboot naar een dingydock iets verderop en waar we wel droog aan land kunnen komen. Wel moeten we tussen rotsen door varen en één keer schatten we het verkeerd in en raken de rotsen met de motor en de boot. De tocht is wel heel mooi en we zien pinguïns zwemmen en heel veel zeeleeuwen. Met Celso Garcia, een excentrieke natuurliefhebber, bezoeken we de vulkaan de Sierra Negra. De tweede grootste vulkaan van de wereld, na de Nogorogoro krater in Afrika. Wel dat hebben we geweten, het eerste stuk met de taxi is alles nog goed te overzien, maar het tweede stuk moet je volgens Celso echt te voet doen. Bij goed weer gaan andere toeristen met paarden omhoog, maar dat is volgens hem niet de goede manier. Wisten wij veel, we zijn uiteindelijk een uur naar boven geklauterd, door nat gras en door de modder. Boven gekomen regende het echt heel hard en konden we niets zien. In de stromende regen een half uur gewacht of de zon door zou komen, maar helaas. Moet bij helder weer best mooi zijn daar op de top. De terugtocht was nog moeilijker en we zijn enkele keren in de modder terecht gekomen. We komen nog een ruiter tegen met honden, die naar de top ging om te kijken of zijn varkens daar nog waren. Ongelooflijk, dat er nog mensen zijn die zo leven, hij doemt op uit de mist, maakt een praatje met Celso en gaat in zijn eentje weer verder. Twee paarden, een man en een stel honden op zoek naar zijn varkens, in een onontgonnen gebied. Ik dacht dat zoiets alleen in boeken en films voorkomt, maar nee hier dus ook in het echt. Het maakt veel van de ontberingen goed en zullen hem zeker blijven herinneren. We laten ons met de taxi af zetten bij het strand en duiken met kleren en al het water in om op te warmen en schoon te spoelen, daarna onder de douche en op zoek naar een restaurant met plastic stoeltjes, want we hebben wel honger gekregen. Even naar het internetcafé dachten we, wel van de drie bleek er één te werken, om de mail op te halen. Maandag 27 januari klussen we tot 14.00 uur aan de boot en halen anker op om terug te gaan naar San Cristobal. Als we de baai uitvaren worden we gedag gezegd door zes grote roggen (2 meter spanwijdte), ze springen allemaal wel twee meter het water uit om er dan weer met grote snelheid vandoor te gaan. We weten niet wat we zien en zijn danig onder de indruk. Tijdens mijn wacht ’s nachts springen er nog twee roggen hoog boven het water uit. Een vlak naast de boot, ik was blij dat ik ze ’s middags gezien had, anders was ik nog meer geschrokken. Het water is heel fluorescerend en bovendien keek ik hem precies in zijn gezicht, het was net of er een spook uit het water kwam. De tweede kwam vlak voor de boot uit het water.

Om 9.30 laten we het anker zakken in de haven van San Cristobal, waar al snel een zeeleeuw op de spiegel wilde klimmen. De zwemtrap zat hem waarschijnlijk dwars, want hij was er zo weer vanaf. Gelukkig maar want het lijkt wel leuk maar ze stinken ontzettend. Vanaf hier varen we over twee dagen naar de kust van Ecuador

1 opmerking:

betsy zei

Hallo Emmy en Hans,
Wat een voorwereldse dieren hebben jullie gezien, althans zo lijkt het op de foto's Jullie genieten volop lazen we, alleen surfen door de branding viel niet mee.Panama ging ook allemaal goed. Heerlijk. we horen gauw weer van jullie, groetjes Betsy en Aad