6 jul 2008

Van St Lucia naar Trinidad



Van st. Lucia tot Trinidad.

Zaterdag 21 juni komt Hans weer terug aan boord. Hij is een week naar Nederland geweest voor allerlei verplichtingen en in die tijd heb ik verschillende klussen aan de boot laten doen. Voor zijn vertrek zag het ernaar uit dat de generator gemaakt was, toen ik hem echter volgens afspraak elke dag even liet lopen bleek al snel dat er grote lekkage was. Bleek dat er verschillende dingen niet goed aangesloten waren in st. Maarten, tot op het laatst blijft hij echter lekken. We laten het er maar weer bij zitten en hopen op Trinidad. Ook heb ik in die week nog een bimini besteld en laten maken, waar Hans erg blij mee is. Om 11.00 uur komen onze vrienden Aad en Betsy aan boord, die een week met ons mee zullen varen. Na een uitgebreide lunch op het terras kijken we de voetbal wedstrijd Nederland-Rusland met de zo terleurstellende uitslag. De volgende dag varen we naar Marigot Bay op st. Lucia omdat de bagage niet aangekomen is, en Aad van daaraf makkelijk met een taxi naar het vliegveld kan om het op te halen. Als we de baai invaren komt er gelijk een boatboy op ons af om de lijn door de mooring te halen, altijd erg makkelijk omdat sommige moorings heel zwaar zijn om naar boven te halen en je lijn er door te rijgen. Na een half uur komt de tweede boatboy en verteld ons dat we aan hem moeten betalen, we weigeren en gaan ons melden bij het havenkantoor. Deze vertellen ons dat we inderdaad de verkeerde hadden, dat we teveel betaald hebben en voortaan in het havenkantoor moeten betalen. De baai is heel mooi en maakt alles goed. Aad haalt de bagage op en wij zwemmen bij de boot met een prachtig uitzicht tussen de palmen door op de Caribische Zee. 's Avonds heerlijk gegeten in een luxe restaurant waar we in twee keer met de dinghy heen gaan. Maandag 23 juni vertrekken we vroeg omdat we het eiland st. Vincent over willen slaan. Er zijn daar verschillende gevallen van piraterij bekend, dus voor ons een ander eiland. Wel heel vervelend voor de lokale bevolking, waarvan velen het geld dat de jachten binnenbrengen goed kunnen gebruiken. Raar ook om langs zo'n mooi eiland te varen en er slechts één of twee jachten te zien liggen. Om 16.30 uur pikken we een mooring op op het eiland Bequia. Als de boatboy vraagt af te rekenen zeggen we dat wel bij het havenkantoor doen. Wij betalen hem voor de hulp en hij blijft erbij dat we mooringgeld moeten betalen. Hans steekt weer zijn verhaal af en de boy gaat weg. Als we echter aan de kant komen om in te klaren blijkt er geen havenkantoor te zijn en hadden we inderdaad aan hem moeten betalen. Later kunnen we hem niet meer vinden en vertrekken met een rot gevoel dat we niet betaald hebben. Ze zijn dus niet allemaal gelijk. De volgende dag staat er veel wind met vlagen van 6 tot 7 Bft. We gaan lunchen op de wal en maken een rondrit over het eiland. We bezoeken een turtle sanctuary, waar één persoon gedreven door idealisme een heel center opgezet heeft en zieke schildpadden verzorgt. Ook zien we een slachtplaats voor walvissen, dat gefinancierd is door de Japanners. De eilandbewoners mogen nog een klein aantal walvissen per jaar vangen, en vorig jaar hebben ze er nog één gevangen en geslacht. Het levert echter zoveel protest op dat ze er wel niet lang mee door zullen gaan. Woensdag 25 juni vertrekken we voor een tocht van 51 mijl naar het eiland Canouan, het wordt een hele mooie tocht met 4-5 Bft en halve wind. Aad stuurt lange stukken, het is leuk te zien hoe ervan genoten wordt. Afgemeerd om 16.00 uur aan een mooring en na een wandeling op het eiland genieten we van een heerlijk diner in het luxe Tamarind Hotel. Altijd weer moeilijk om te zien hoe arm en rijk vlakbij elkaar zijn. We worden drijfnat als we weer met de dinghy naar de Drammer gaan, arme Hans die moet de tocht twee keer maken omdat we niet met z'n vieren in de dinghy passen. Dan al blijkt hoe de wind is gedraaid en toegenomen. 's Nachts liggen we vreselijk te gieren achter de mooring en niemand maakt echt een goede nachtrust.



Donderdagochtend gaan we direkt door naar Grenada, het is jammer om de Grenadines verder niet te bezoeken, maar met deze zeegang durf ik niet tussen de koraalriffen door om daar achter voor anker te gaan. Om 17.00 uur komen we aan in de haven van 'st George op Grenada. Na enig drammen krijgen we een ligplaats in de jachthaven, gaan uit eten en slapen de volgende morgen lekker uit. Vrijdag 27 juni maken we met z'n vieren een tocht over het eiland. Het is een mooi eiland met mooie kusten, waar helaas zo nu en dan een schip verlaten ligt weg te roesten. We krijgen uitleg over produkten van het eiland bij een vroegere nootmuskaat estate. Bezoeken een waterval en het tropisch regenwoud, waar we helaas weinig zien van de vergezichten omdat het regent. Een narrige aap schudt ons weer wakker. Zaterdag 28 juni is alweer de dag dat Aad en Betsy ons gaan verlaten. Als we ze uitgezwaaid hebben gaan we boodschappen doen en de boot klaarmaken voor de oversteek naar Trinidad. Het is altijd weer stil aan boord als de gasten vertrokken zijn en we moeten steeds weer even wennen. We kijken terug op een gezellige week. Zondagmorgen om 3.00 uur loopt de wekker af en we ontbijten en maken de boot verder klaar. Om 4.00 uur gaat de laatste lijn van de ankerboei en heel langzaam vinden we onze route naar buiten. Bij het eerste licht hijsen we de zeilen en varen met een heerlijke 3-4 Bft halve wind richting zuid. Het is een tocht van 90 mijl en we willen voor donker binnen zijn, omdat we nu heel dicht bij de Venezulaanse grens komen en er in dat gebied nog weleens wat gebeurt op het gebied van piraterij. Om 17.00 naderen we de nauwe doorgang naar de golf van Paria. Het is een berucht gebied, waar de postboot uit Engeland vroeger al moeite mee had om door te komen.




We zien grote brandingsgolven en controleren nog even de navigatie. Het moet goed zijn, fok naar beneden gehaald en op gereefd grootzeil surfen we met 9 knopen door het gat tussen hele hoge rotsen. We zijn onder de indruk van het woeste water, maar dan verschijnen er ineens rondom ons een hele grote school grote gevlekte dolfijnen. Ze vinden het een spel om met deze snelheid mee te zwemmen en we weten niet waar we moeten kijken, ze zijn overal. Voor bij de boeg zijn er acht bezig net voor ons uit te zwemmen. Het zijn onze laatste mijlen van een jaar cruisen en het lijkt wel of ze ons een applaus geven, ze klappen met hun staarten op het water, kijken me aan en spuiten me drijfnat. We genieten wel tien minuten van dit vrolijke schouwspel, dan ineens zijn ze weer verdwenen en wij gaan de hoek om waar we voor de laatste keer precies voor donker een mooring op kunnen pakken. Negentig mijl in dertien uur we zijn heel tevreden, maken een kopje soep en een boterham en gaan lekker vroeg naar bed. De volgende morgen melden we ons bij Crewsinn, de marina waar we een plaats besproken hebben om de Drammer drie maanden achter te laten. We krijgen een goede plek en beginnen de boot klaar te maken om achter te laten. We vinden een bedrijf dat naar de generator kan kijken en maken afspraken. Er is een heerlijk zwembad bij de haven waar we van genieten. Dinsdagavond 1 juli gaan we met een excursie naar de oostkust van het eiland om schildpadden te zien. Als we aankomen zien we gelijk al een Leatherback turtle, die bezig is eieren aan het leggen. Studenten voorzien haar van tags, een chip, wegen haar en nemen bloedmonsters af. Dan wenkt een andere gids me of ik mee wil lopen verder het strand op, Hans en nog een andere man gaan ook mee en met z'n vieren lopen we over het donkere strand.




We zien twee schildpadden die na het leggen van hun eieren terug keren naar de zee. Het zijn net twee grote ballen die langzaam naar de zee rollen. De schildpadden zijn ongeveer twee meter lang en wegen om en nabij een ton. We zien twee studenten, die kleine schildpadjes opgraven, afspoelen en naar zee brengen om hun overlevingskans te vergroten. Verderop zijn nog twee van deze dames eieren aan het leggen, de maan schijnt en verlicht hun schild. Het is geweldig om het hele proces, dat al miljoenen jaren aan de gang is, te kunnen zien. De eieren die nu uitkomen zijn ongeveer 60 dagen eerder gelegd. De kleintjes hebben voor twee weken eten mee als ze voor het eerst in zee komen. Ze hebben onder hun schildje een wybertje met voedsel om de eerste tijd te overleven. We zijn diep onder de indruk en komen 's nachts om twee uur weer aan boord, nemen een borrel en gaan naar bed. Vrijdag maken we nog een excursie naar het tropisch regenwoud op het eiland bij het Asa Wright Center en 's middags gaan we naar de swamp, een moerassen gebied aan de kust, waar we de rode ibis zien.


Het is adembenemend om honderden knalrode vogels in formatie te zien vliegen met als achtergrond een helblauwe lucht. De vogel is het nationale symbool van het eiland, komt alleen in Trinidad voor en is nu beschermd. Hun aantal was erg geslonken, omdat de mensen ze aten en de veren gebruikten voor carnavalskleding. Maandag 7 juli vliegen we weer naar Nederland en zullen dan voor drie maanden in Nederland zijn. Dit was voorlopig dus het laatste stukje, in september pakken we de draad weer op.