20 feb 2009

Ecuador






Ecuador.

Dertig januari vertrekken we ’s morgens 7.00 uur uit de haven van San Cristobal Er staat weinig wind en gedurende de hele dag kunnen we slechts 1 uur zeilen bovendien hebben we een behoorlijke stroom tegen en omdat het recht in de wind wordt moeten we ook het grootzeil weghalen. Wel hebben we een heldere sterrenhemel. De tegenstroom ontstaat waarschijnlijk door de Humbolt Current vanuit Chili en Peru want de watertemperatuur daalt voor het eerst ook . De rest van de dagen blijft er erg weinig wind staan en we motorsailen verder. Zondag 1 februari zwemmen er nog een paar dolfijnen met de boot mee en verder draaien we de bekende wachten. ‘s Nachts wordt het behoorlijk mistig en we moeten geregeld de radar gebruiken om de omgeving te verkennen. De volgende dag zien we eindelijk waar we al zo lang op gewacht hebben, we zien vijf walvissen redelijk dichtbij de boot. Ik heb er altijd een dubbel gevoel over gehad om ze tegen te komen, je wilt ze heel graag zien en aan de andere kant moet je er niet aan denken om tegen ze aan te varen. Nu we ze eenmaal zien kunnen we er echter alleen maar van genieten, wat een prachtige beesten en wat zijn ze groot. Van maandag op dinsdag hebben we gelukkig een heel heldere nacht, want we hebben nu wel erg veel schepen om ons heen en moeten goed wacht houden. Dinsdagmorgen om 11.00 uur lopen we de kust van Ecuador aan bij de stad La Libertad, waar we de Drammer achter willen laten. De aanloop is moeilijk en we moeten het doen met beschrijvingen van andere zeilers, omdat er geen goede kaarten van dit gebied in omloop zijn. Met een minimum diepgang van 0,30 cm onder de kiel bereiken we uiteindelijk Puerto Lucia waar we heel gastvrij ontvangen worden. Sinds gisteren heeft de regering besloten dat buitenlanders weer gebruik moeten maken van een agent en dat er geen diesel meer verkocht mag worden aan buitenlanders. Dat eerste kost veel geld maar de diesel is een groter probleem zoals later zal blijken. Maar ja we zijn in Zuid Amerika dus alles gaat via autoriteiten. Vijf mensen komen aan boord om te kijken of we aan alle regels voldoen. Een lachertje is het wel want ze hebben al lijsten bij zich met de hoeveelheid eieren en melk die we aan boord hebben voorgedrukt. Wij zijn ook niet de moeilijkste en tekenen alles. De dagen daarna liggen we in de haven met een behoorlijke swell en de Drammer ligt te rukken aan zijn lijnen, goed dat we besloten hebben de boot op het droge te zetten. Zaterdag 7 februari is onze kleindochter Cleo jarig en we hebben contact met ze om te feliciteren. ’s Avonds nemen we er een borrel op en proosten op haar gezondheid. De volgende dag gaan we gelijk aan de slag om diesel te krijgen en dienen een officieel verzoek in bij de autoriteiten. Ondertussen hebben we een heel handige jongen via de haven gevonden, die bereid is ons te helpen met het schoonmaken van de mast en het polyester te poetsen. Hij levert heel goed werk af en we zijn heel blij ermee. De volgende dag horen we dat we geen diesel kunnen krijgen, maar dat de haven weer een verzoek ingediend heeft. Woensdag 11 februari gaan we naar Guayaquil om de stad te bezoeken en motorolie te kopen, wat gelukkig lukt. We bezoeken het museum Municipal, waar we o.a. de gekrompen mensenhoofdjes zien. Deze hoofdjes zijn door de Ashua-indianen tot vuistgrote teruggebracht en verliezen daarbij niet hun gelaatstrekken. Zo herkennen we duidelijk twee Europese mensen en drie van indiaanse afkomst. We krijgen uitleg van iemand, die er veel vanaf weet en we zijn diep onder de indruk. Hij vertelt ons ook, dat het waarschijnlijk nu ook nog gebeurt, zo is de hoofdman, die een contract getekend had dat dit niet meer zou gebeuren, spoorloos verdwenen. Later hoorden we dat er zelfs geld geboden wordt voor deze macabere hoofden, zodat het nog steeds interessant is dit te blijven doen. De volgende dag gaat de Drammer op het droge, waar vakwerk afgeleverd wordt bij het stallen. Alleen nog steeds geen diesel te verkrijgen, wat we wel graag willen hebben omdat we de tank vol achter willen laten als we naar Nederland gaan. We zijn bang anders water in de tank te krijgen door condensvorming. We besluiten om na een week terug te komen en ons bezoek aan Quito in te korten. Zaterdag 14 februari reizen we via Guayaquil naar Quito, waar we een hotel in de oude binnenstad hebben. We bezoeken twee dagen de oude binnenstad, met zijn mooie kerken en musea. Daarna gaan we een dag naar het noorden om Otavalo met zijn markt en zijn kleurrijke indianenbevolking te ontmoeten. We bezoeken ook een park waar een Nederlander condors opvangt en probeert te fokken. Wat een bevlogen Nederlandse valkenier met behulp van o.a. de postcodeloterij aan het opzetten is. Ik ben diep onder de indruk van de vogels met een spanwijdte van drie meter, hun imposante hoofd en hun geweldig dikke poten.(www.parquecondor.org). Daarna doen we een dag de nieuwe binnenstad met goede musea en boeken we een tour voor de volgende dag naar het Andesgebergte ten zuiden van Quito. We bezoeken die dag de avenue van de vulkanen en rijden drie uur door het Andes gebied om de Quilotoa, een volgelopen krater van een vulkaan (4000 m hoog) te bezoeken. De weg voert ons door een prachtig landschap met mensen die met hun lama’s en schapen in zeer kleurrijke kleding rond trekken, land bewerken en soms nog in plaggenhutten leven. Ze zien er zeer tevreden uit en de gemeenschap is heel hecht, iedereen helpt elkaar. Het is een heel goede dag en we hebben er erg van genoten. Al met al zijn we ongeveer 600 km. door het Andesgebergte getrokken en de afwisseling en de besneeuwde bergtoppen zijn heel mooi om te zien. Donderdag 19 februari vliegen we weer terug naar Guayaquil om door te reizen naar la Libertad waar de boot op het droge staat. De Drammer staat er goed bij en is ook van buiten glimmend gepoetst. We besluiten ook het onderwaterschip te laten doen als we terugzijn in Nederland. Het is al weer hard nodig al is het negen maanden geleden nog gedaan. We zeuren nog eens over diesel en horen dat er nog steeds geen toestemming is van de autoriteiten. Het is voor de mensen hier ook niet leuk en ze proberen ons echt te helpen. Uiteindelijk komen ze toch maar met het voorstel om het lokaal te regelen. We zijn er niet voor en de straffen zijn niet gering. Een van de medewerkers wil ons wel helpen en vraagt ons de jerrycans te geven. Vannacht zou hij dan diesel regelen. We vinden het best spannend maar ja veel keus hebben we niet. De volgende ochtend staat er volgens afspraak een speedboot naast de Drammer geparkeerd en als we het dekzeil open doen staat deze vol jerrycans diesel, ook die van ons staan ertussen. Bovendien kunnen we nog iets overnemen van de andere cans, zodat we redelijk vol zitten. Hans wordt geholpen door anderen om de brandstof aan boord te brengen en we hevelen de diesel de tank in. Zo zie je maar weer alles komt toch weer goed. Morgen vertrekken we weer naar Guayaquil om nog een dag het carnaval mee te maken en zondag vliegen we terug naar Nederland. Maandag 23 februari zijn we dan weer terug i n Nederland.